Gemakkelijk
15 min
40 min
4
250 g bloem
125 g koude boter in kleine stukjes
1 snuifje zout
1 à 2 el suiker
4 à 5 el ijswater
5 à 6 Jonagold-appelen
90 g suiker
1 kl kaneel
het sap van ½ citroen
1 eierdooier (voor het vergulden)
2 eetlepels boter
1/2 theelepel kaneel
Meng in een slakom de bloem, het zout en de suiker. Voeg de koude boter toe en kneed met de vingers tot je een zanderige textuur bekomt. Voeg beetje bij beetje het ijswater toe en blijf kneden tot het deeg een bol vormt. Wikkel in huishoudfolie en laat minstens 30 minuten rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Schil de appelen, verwijder de pitjes en snij in fijne schijfjes. Meng met de suiker, de kaneel en het citroensap.
Rol op een lichtjes bebloemd werkvlak het deeg uit tot een ronde schijf die voldoende groot is om de taartvorm te bedekken. Doe het deeg in de vorm en werk de randen bij.
Leg de schijfjes appel gelijkmatig op het deeg.
Klop in een kom de eidooier los en bestrijk deze met een keukenkwastje over de appelschijfjes om een mooie gouden kleur te krijgen.
Strooi kleine stukjes boter over de appels en strooi de suiker en kaneel over het hele oppervlak van de taart.
Zet de taart ongeveer 35 tot 40 minuten in de oven, of tot de korst goudbruin is en de appels zacht zijn. Laat iets afkoelen voor het serveren.