Ingrediënten
Witloofstronken | 8 |
Gekookte beenhesp | 8 sneden |
Melk | 40 cl |
Lookteentjes | 2 |
Boter | 150 g |
Geraspte Gruyère | 300 g |
Suiker | 1 koffielepel |
Zout | |
Peper | |
Muskaatnoot |
Bereiding
Bereiding van het witloof:
- Maak de witloofstronken schoon: verwijder de buitenste bladeren, snijd een schijfje van de wortelbasis af en hol hem uit om het bittere deel te verwijderen.
- Pel de lookteentjes en hak ze fijn.
- Laat 50 g boter in een kookpot smelten op een matig vuur.
- Doe er het witloof bij, samen met de suiker en enkele druppels water.
- Stoof dit 15 minuten met het deksel op de pot.
- Voeg na 5 minuten stoven de look toe.
- Roer regelmatig totdat de witloofstronken lichtjes karamelliseren.
- Laat het witloof 30 minuten uitlekken en bewaar 30 cl van het stoofnat. Het is nodig dat de witloofstronken zoveel mogelijk van hun sap verliezen vooraleer je aan de volgende stap van de bereiding begint.
Bereiding van de bechamelsaus
- Laat 100 g boter in een kookpot smelten op een heet vuur.
- Doe er de bloem bij zodra de boter goed gesmolten is. Neem de pot van het vuur en laat dit mengsel al roerend lichtjes kleuren.
- Zet de pot weer op het vuur en giet er de melk beetje bij beetje bij terwijl je goed blijft roeren.
- Giet er het stoofnat van het witloof bij.
- Blijf roeren.
- Zet het vuur lager.
- Kruid met zout en peper en doe er een royale hoeveelheid muskaatnoot bij.
- Voeg de helft van de geraspte gruyère toe en laat deze al roerend smelten in de saus.
- Laat dit indikken totdat je een smeuïge, dikke saus hebt.
Bereiding van de gratin
- Verwijder het vet van de beenhespsneden.
- Rol elke witloofstronk in een snede hesp en leg deze rolletjes in een gratineerschotel.
- Giet de bechamelsaus over alle rolletjes.
- Laat dit gerecht gedurende 20 minuten gratineren in een voorverwarmde oven van 210°C.
- Bestrooi het gerecht na 10 minuten met de rest van de geraspte gruyère en laat dit kleuren tot een mooi korstje.
- Dien het gerecht op met een lekkere aardappelpuree of zelfgemaakte dikke frieten.